“De verbinding tussen scheepvaart en informatica vind ik prachtig”
Sinds januari 2025 is Sjoerd Conijn, informatiemanager scheepvaart bij Rijkswaterstaat, lid van het kernteam én het programmateam van DigiShape. Hij nam deze rol over van Joan Staeb, die hem tijdens zijn studie Informatica nog begeleidde. “Ik kende DigiShape wel van projecten en bijeenkomsten, maar wist niet hoe de DigiShape organisatie werkte,” vertelt hij. “Toen Joan aangaf dat het tijd werd om het stokje over te dragen, heeft hij mij gevraagd. Zo ben ik erin gerold.”
Van de Koninklijke Marine naar Rijkswaterstaat
De liefde voor het water zat er bij Sjoerd al vroeg in. “Ik was zeventien toen ik bij de Onderzeedienst van de Koninklijke Marine ging. Daar heb ik veel gevaren en van de wereld gezien. Die ervaring kon ik bij Rijkswaterstaat voortzetten in de wereld van de hydrografie, met geavanceerde sensoren IT-systemen en data analyses.”
Als informatiemanager scheepvaart voert Sjoerd de regie over de datastroom rond het hoofdvaarwegennet. “Rijkswaterstaat heeft de brede ambitie om beslissingen te nemen op basis van datagedreven werken. Van dagelijkse operatie tot strategische keuzes over onderhoud en vernieuwing. Die data komt vanuit meerdere bronsystemen zoals het operationele systeem van brug- en sluiswachters en beantwoordt vragen als: ‘Hoe goed presteert het hoofdvaarwegennet? Hoeveel schepen passeren een kunstwerk? Waar is er uitval?’ Die hele dataketen regisseer ik.”
Veel energie en ideeën binnen DigiShape
Na negen maanden in het kernteam merkt Sjoerd vooral de energie in de DigiShape-community. “Iedereen wil delen, ontmoeten en horen waar anderen mee bezig zijn. Er zijn zoveel ideeën, maar de uitvoering is altijd het lastigst: welk idee pak je op, wie haakt aan, en is het haalbaar?”
Als kernteamlid wil Sjoerd vanuit Rijkswaterstaat vooral bijdragen aan de ideeën en koers van DigiShape. “Ik breng de vraagstukken in waar we als Rijkswaterstaat mee bezig zijn. In het kernteam hoor ik dan meteen of andere partners daar ook iets mee doen of interesse in hebben. Zo ontstaan nieuwe ideeën of plannen die we samen verder kunnen uitwerken.”
Kennis delen
Een concreet voorbeeld is de komende DigiShape-bijeenkomst op 15 oktober. “Dan willen we met elkaar delen aan welke AI-projecten we werken. Niet om code uit te wisselen of partners te werven, maar gewoon om te vertellen waar we als organisaties mee bezig zijn. Dat levert al zoveel op: misschien blijkt dat anderen aan dezelfde vraagstukken werken als Rijkswaterstaat. Het hoeft niet altijd direct met de watersector te maken te hebben. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld systemen voor bedrijfsvoering of het samenvatten van bestuursnota’s met AI. Door dat te delen, weet je welke kennis bij welke organisatie zit. Dat is vaak lastig boven water te krijgen, en juist daarin ligt de toegevoegde waarde van DigiShape.”
Vraag en aanbod
Wat Sjoerd graag meer zou zien, is dat de vraagkant sterker naar voren komt. “Iedereen is trots op wat hij of zij gemaakt heeft en wil dat laten zien. “Dat is logisch, maar soms is het nodig om ons kwetsbaar op te stellen en open te delen: dit is het probleem waar Rijkswaterstaat, een andere DigiShape partner of een waterschap tegenaan loopt. Dan kunnen we samen zoeken naar oplossingen. Dit gebeurt nog te weinig.”
Tegelijkertijd wijst hij op een spanningsveld: Rijkswaterstaat kan niet zomaar met een specifieke partij in zee gaan. “Als overheidsorganisatie moeten we iedereen de kans geven. Daarom werken we met aanbestedingen. We kunnen niet zeggen: laten we deze casus met die DigiShape partner doen.”
Maar er zijn ook mogelijkheden. “We kunnen wel problemen en kennis op tafel leggen, in-kind samenwerken, samen uren investeren om te werken aan een oplossingsrichting of een ontwerpvoorstel. Vaak zijn nieuwe initiatieven wenselijk voor meerdere partners. Dat maakt DigiShape waardevol voor Rijkswaterstaat: het creëert ruimte om ideeën uit te wisselen, zonder meteen in een aanbesteding te hoeven stappen. Dit gebeurt concreet in projecten als de Digitwin Noordzee en het AI Impulsprogramma, die laten zien hoe samenwerking leidt tot nieuwe functionaliteit, inzichten en gedeelde ervaringen.”
Vooruitkijken
Zelf is Sjoerd trots op de innovaties die de watersector nu al inzet: van drones en satellietdata tot autonoom varen. Vooral dat laatste vindt hij bijzonder: “Het is mooi om te zien hoe de conservatieve binnenvaart stappen zet richting autonoom varen. Dat kan de sector echt veranderen. De binnenvaart is immers een cruciale ader in ons Europese transportnetwerk.”
Voor de komende decennia ziet Sjoerd met digitalisering een duidelijke opgave: verduurzaming. “We moeten richting een duurzame vloot: waterstof, elektrisch, ammoniak. Zelfs op kleine schaal, bijvoorbeeld met walstroom in havens, kan dat enorme impact maken op de leefomgeving. Daar moet de hele sector en ook Rijkswaterstaat mee aan de slag. Het mooiste is natuurlijk als dat zoveel mogelijk samen kan.”